4. De zwangere, of toch niet.
Wat voorafging*: sinds september volg ik lessen houtbewerking. Sinds januari schrijf ik daar een nieuwsbrief over. (Abonneren? Hierzo!) Maar in de houtles, daar weten ze van niets. Tot december kregen we les van Marc, grote fan van de kracht van herhaling. Sinds januari krijgen we les van Ruben. Dat is verwarrend. Soms denk ik dat Ruben wel van iets weet. Vorige edities lees je hier in 1, 2, 3.
Vandaag wilde ik het eindelijk over De Zwangere hebben, maar dat was buiten enthousiaste Tina gerekend. Dat zat namelijk zo:
De les begon enigszins onheilspellend, toen enkel ik en de Architecte aanwezig waren. Mijn achterdochtige angstzweet brak spontaan uit: iedereen weet het van de nieuwsbrief! En ze willen niet meer komen want:
Ze zijn het beu om gereduceerd te worden tot een cartooneske versie van zichzelf, die bovendien nog geen zaag van een beitel kan onderscheiden (sorry, Tina!)
Ze zijn boos dat ze ondanks hun ravissante persoonlijkheid nog nooit aan bod zijn gekomen en hebben het opgegeven. (sorry al de rest)
Maar die stemming keerde toen geleidelijk aan meer volk binnendruppelde: De Zwangere en Zus 1 verschenen eerst, en daarna ook De Hollander en zelfs De Twee Mompelvrienden. Van Het Koppel of Zus 2 was geen spoor, maar we waren het naderhand gewoon dat we elke les in verminderde slagorde aanvatten.
Groot was onze verbazing toen Enthousiaste Tina plots op het toneel verscheen.
Enthousiaste Tina was de vrouw die in de eerste les de ambitie uitsprak om een zweefkast te maken (“en liefst binnen een paar weken, want ik heb mijn tv al”), stante pede iedereen in een Whatsapp-groep kwakte, vroeg wanneer we gingen upcyclen en werkstukken aftekende met een roodblauwe potloodpunt van een centimeter dik.
Dat van dat upcyclen was nog een dikke tegenvaller geweest. “Als er een oude nagel in zo’n plank zit, is heel de machine kapot. We werken enkel met nieuw hout” legde leraar Marc toen uit. Tina keek hem daarop aan alsof er iemand met een roestige nagel aan haar achterwerk had gekrabd. Dat wil zeggen: ongemakkelijk en vol onbegrip.
In de weken daarna was Tina wel nog naar de les gekomen, maar hetzelfde enthousiasme van de eerste week hadden we nooit meer gezien. Houten dingen maken vond ze wel tof, maar dingen afmeten, zagen, beitelen en opschuren, dat was er toch wat te veel aan. Beetje bij beetje ging bij Tina de fut eruit en toen ze in december een job aangeboden kreeg in de Moose Bar op de Gentse Kerstmarkt (soms overtreft de werkelijkheid elk verzinsel) verdween ze van het toneel.
Sindsdien wil de legende dat als je de naam ‘Tina’ zachtjes fluistert in ons leslokaal, de goede luisteraar een collectieve kreun van opluchting kan horen onder zagen, hamers, beitels en lesgevers. Tina had left the building.
Maar dat was dus buiten deze week gerekend. Toen ze na twee maand plots weer onder de houtmensen verscheen. Om half zeven, een uur te laat, maar met hernieuwd enthousiasme. Leraar Ruben was toen al een half uur nergens te bespeuren. Hij stond op de parking te wachten tot de pechverhelping zou langskomen om zijn platte band te fiksen, die doorboord was door een roeste nagel. Een houtles in onze school is nooit gewoon een houtles.
In het uur daarop volgden de gebeurtenissen elkaar snel op:
18u40: Enthousiaste Tina doet haren toer. De Architecte en ik zijn eerst aan de beurt. Terwijl we met de moed der wanhoop een kastdeurtje in elkaar hoopten te frezen, gaat ze van start: “En, hoe is het nog?”. Zonder op het antwoord te wachten steekt ze dan van wal: “Ja, ik ben lang niet geweest hé.”
Onder het beitelen door genoot ik van haar métier. Deze vrouw kon zagen zonder te zagen en hamerde op alles zonder te hameren. In het bijzonder was ik onder indruk toen ze tegen de Architecte bij hoog en bij laag beweerde dat isolatie in muren Echt Geen Goed Idee was. “Ik heb een huis van de jaren 50, je moet dat vuil in de spouwmuur zijn werk laten doen,” zei ze in volle ernst. De Architecte kon niet kiezen tussen lachen, huilen of roepen.
19u: ik probeer tijdens Tina’s toer een subtiele hint te geven: “de rest begint nu met een nieuwe balk aan de machine, misschien moet je meedoen?” Maar Tina wil net gaan vragen hoe het met de Hollander was. Dat hout bewerken kon wel wachten, de leraar was er toch niet.
19u10: Leraar Ruben verschijnt terug op het toneel. De lange, roestige nagel steekt hij triomfantelijk in de lucht. Ik wil een mop maken over upcyclen maar het komt niet. Tina en leraar Ruben maken kennis. “Die machines, dat gaat meer iets voor mij zijn,” hoor ik Tina zeggen, “dan moet het allemaal zo nauwkeurig niet zijn.” De leraar krabt lang in zijn haar, staart naar zijn schoentippen, maar spreekt haar niet tegen. Tina kan soms heel overtuigend zijn.
19u11: De Hollander vraagt hulp. Leraar Ruben ziet zijn kans en laat Tina alleen. Tina komt opnieuw een praatje slaan.
19u20: De Hollander heeft een lange, moeilijke vraag. Tina kijkt weifelend rond.
19u30: Tina komt haar beklag doen bij me: ze wil écht graag beginnen, maar ze weet van niets nog hoe het werkt. Wat vervelend dat de leraar nu iemand anders helpt! En de anderen zijn daarnet ook zonder haar begonnen.
19u40: Tina wandelt me tegemoet met haar gereedschapskist in de hand. “Ik ga vertrekken,” zegt ze, niet zonder enige dramatiek. “Volgende week gaat er wel minder volk zijn. Kan ik makkelijker hulp vragen. En ik heb thuis nog genoeg werk. Ik moet nog iets upcyclen.” Ik zweer het u beste lezer. Zo zei ze het. En een dik uur na haar aankomst verliet ze opnieuw het gebouw.
19u50: Leraar Ruben buigt zich over de aanwezigheidslijst. “Allez.” Stomverbaasde blik. “Allez, wat moet ik nu opschrijven? Ik kan die toch geen half streepje geven op aanwezigheid?” Vijf minuten later zie ik ‘m nog altijd twijfelend naar de lijst kijken. “Dat heb ik nu nog nooit meegemaakt.”
En zo gooide Tina heel de les én deze nieuwsbrief overhoop. Maar volgende week ga ik het over De Zwangere hebben. Beloofd.
*Wat voorafging? Ja. P. Blomme uit Merelbeke had mijn derde nieuwsbrief gelezen en liet weten: ‘Ik las ‘m, maar snapte er niks van.” Die verwarring lag waarschijnlijk niet aan P. Blomme. Vandaar een beknopte ‘wat voorafging’, voor alle minder trouwe lezers.