2.2 De kompaan
Het is lang geleden en er is veel gebeurd. Zo veel dat er geen tijd was om er hier over te berichten. En misschien heeft het ook met de kompaan te maken…
Mijn vorige relaas dateert van september en ging over de bissers. Twee vrouwen die de klas binnenstormden en zichzelf aankondigden als Grandioos Gebuisd. In die bewoordingen. Ook dit jaar vraagt de houtles zelden een extra laagje vernis.
En toch volgde er geen nieuw verslag. Houtverwerking 2.0 is namelijk serious business. In twee groepjes moeten we een werkbank maken. Met lades en een kastje en legplanken. Twee cursisten gaan die kopen aan het einde van het schooljaar. Voor Echt Geld. Er staat dus iets op het spel. Bij de groepsverdeling besloot ik wijselijk om de bissers te vermijden. Dat lukte.
Nog meer bewijs voor de ernst van dit lesjaar? Twee weken geleden kwam ik het lokaal binnen en stonden het krijtbord vol schetsen van kastdeuren.
Er is nu een krijtbord. Dat had al een waarschuwing op zich moeten zijn. Maar in het begin denk je: goh, een krijtbord, dat hoort er nu eenmaal bij. Het staat hier vol met levensgevaarlijke machines, werkbanken en pover gezaagd hout, maar ik begrijp het: het blijft een klaslokaal en iemand moest hier ooit een krijtbord ophangen.
Maar het krijtbord werd gebruikt. Intens gebruikt. En bij de kastdeurtekeningen ging het over scharnieren. Een uur lang!
Kogelscharnieren. Softclose. Potscharnieren. Topscharnieren. Blumotion. Montageplaatjes. Voorliggend. Inliggend. Half voorliggend. (maar niet half inliggend). Groothoek. Blum Clip Top Inserta.
“Als je de weg even kwijt bent,” stelde leraar Jeroen*, “dan vind je alles terug in dit boek.” Vervolgens legde hij een turf van 500 bladzijden op de tafel. Met op elke pagina een scharnier. “Dit is die van Blum.” Blum maakt alleen maar scharnieren. “Maar als je je gading niet vindt, kan je ook voor Hettich kiezen. Die boeken staan daar.” Jeroen wees naar twee boeken op de kast, dubbel zo dik als die voor ons op tafel. Mijn medeleerlingen en ik knikten instemmend. We gingen voor Blum.
“Zit daar control-f op?” grapte iemand. Dit jaar waren de mensen in de houtles soms ook bewust grappig.
Leraar Jeroen keek de grappenmaker bedenkelijk aan. De laatste verduidelijkte: “bestaat dat ook als pdf?” De leraar zuchtte. Je kon hem geen ongelijk geven: naar goede gewoonte zat nagenoeg elke cursist overdag voor z’n broodwinning achter een computer. En kwamen we ‘s avonds hout zagen om eens niet naar een scherm te staren. Vroegen we toch weer naar control-pdf.
“In dezen boek staat alles wat ge nodig hebt.” En daarmee was de kous af.
Ik wou toen zeggen dat dit een scharniermoment was. Maar zo’n moppen durfde ik allang niet meer maken in de les.** Vorig jaar kwam ik nog weg met ‘Gaat dat lukken? Ik frees ervoor.” Dit jaar kun je bij zo’n grappen een speld horen vallen. En dan lijkt een hobby plots te veel op werk of thuis.
Ondertussen lijkt de houtles zich in een nieuwe plooi te leggen. Sinds nieuwjaar zijn we elke les nog maar met vijf geweest. Terwijl we met tien gestart waren. De bissers sturen al een maandje hun kat. En iedereen voelt hoe we stilaan een gokje kunnen wagen: komen ze nog terug of niet?
Ik dacht ook dat De Kompaan ging afvallen, maar de laatste les verscheen hij toch weer. Een uur te laat, waardoor hij onbewust doch slinks aan het scharnierplezier ontsnapte.
De Kompaan is bijzonder. En misschien wel de tweede reden voor mijn lange stilzwijgen. Want ik ken De Kompaan ook los van de houtles. En De Kompaan weet van deze nieuwsbrief. Zijn vrouw leest ‘m elke keer (Hey daar, G!). En dus paste ik op mijn tellen. Want hij zou maar eens Boos moeten zijn. Over hoe ik ‘m hier portretteer. Of niet portretteer. Mensen niet Boos maken is 90% van mijn motivatie in het leven.
Tot De Kompaan een week geleden plots zei: “Ah ja, dat is iets zeker, die nieuwsbrief?Ik heb dat eigenlijk nog nooit gelezen.”
En dus maakt het allemaal niet uit.
Dat is misschien wel de essentie van deze nieuwsbrief. Elke keer wanneer ik denk: “Het gaat mis! Iemand gaat het ontdekken! Iemand gaat Boos zijn! Ik ben alleen in de les want niemand wil nog komen! Er zit iemand in de les die het écht weet! En. Die. Gaat. Boos. Zijn.” Dan gebeurt er toch weer niets. Zo ook met de Kompaan. Die is niet boos, want hij leest dit niet.
Maar terug naar de kern van de zaak: onze werkbank. Samen met vier andere amateurs werk ik daar elke week aan verder. In het groepje zonder De Bissers. Want ook bij de groepsverdeling was De Kompaan een uur te laat. Ondanks onze vriendschap, belandde hij toen bij de Grandioos Gebuisden in de groep.
Zou hij daarover eigenlijk boos zijn?
*De leraar heet niet Jeroen. Maar had zo een Jeroen kunnen zijn.
**Een stemmetje in mijn hoofd zegt dat ik in deze nieuwsbrief evenmin met zo’n moppen ben weggekomen. Maar hé, ik hou u niet tegen om dat in reply te laten weten hé.